statutenwijziging onderlinge waarborgmaatschappij “Sint Petrus” U.A. zaaknummer: 202400846/AA/HE Op * verschenen voor mij, mr. Sandra Erna Voors, notaris in de gemeente Medemblik, kantoorhoudende te Benningbroek: *, handelend als schriftelijk gemachtigden van de algemene vergadering van de onderlinge waarborgmaatschappij: Onderlinge Waarborgmaatschappij “St. Petrus” U.A., gevestigd te Hoorn, met adres: ****, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 36028742, hierna te noemen: ‘de Onderlinge Waarborgmaatschappij’. De verschenen personen hebben mij, notaris, het volgende verklaard:
INLEIDING
1. De Onderlinge Waarborgmaatschappij is opgericht als coöperatie, op twintig augustus negentienhonderdachtenvijftig (20-08-1958).
2. De statuten van de Onderlinge Waarborgmaatschappij zijn voor het laatst gewijzigd en geheel opnieuw vastgesteld bij notariële akte op negentien december negentienhonderdzevenennegentig (19-12-1997) verleden voor mr. O. Buitjes, destijds notaris te Hoorn, bij welke tevens de rechtsvorm is gewijzigd van coöperatie in onderlinge waarborgmaatschappij.
3. De algemene vergadering van de Onderlinge Waarborgmaatschappij heeft op * besloten de statuten te wijzigen. De verschenen personen zijn door de algemene vergadering gemachtigd om deze statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Het stuk waaruit dit blijkt, is aan deze akte gehecht (Bijlage).
STATUTENWIJZIGING
Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten van de Onderlinge Waarborgmaatschappij met onmiddellijke ingang als volgt: Statuten.
Artikel 1.
Begripsbepalingen.
In deze statuten wordt verstaan onder:
- Algemene Vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door de Leden of de vergadering van Leden (of hun gevolmachtigden) en andere personen gerechtigd om de vergadering bij te wonen;
- Bestuur: het bestuur van de Onderlinge Waarborgmaatschappij;
- Jaarrekening: de balans, de winst- en verliesrekening en de toelichting op deze stukken;
- Leden: de leden van de Onderlinge Waarborgmaatschappij;
- Lid: een lid van de Onderlinge Waarborgmaatschappij;
- Onderlinge Waarborgmaatschappij: 2 de rechtspersoon waarop deze statuten betrekking hebben;
- Schriftelijk: bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld.
Artikel 2.
Naam en zetel.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij draagt de naam: Onderlinge Waarborgmaatschappij “St. Petrus” U.A.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij heeft haar zetel in de gemeente Hoorn
Artikel 3.
Doel.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij heeft ten doel met haar leden op de nader bij deze statuten en/of bij reglement vastgestelde en/of vast te stellen algemene voorwaarden, op onderlinge grondslag verzekeringsovereenkomsten te sluiten op het uitvaartgebied in het verzekeringsbedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij kan haar werkkring ook tot derden uitstrekken, mits dit niet in zodanige mate geschiedt, dat de overeenkomsten met de leden voor haar bedrijf van ondergeschikte betekenis zijn.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij heeft niet ten doel het maken van winst.
Artikel 4.
Verzekeringsvoorwaarden.
De Algemene Vergadering stelt de verzekeringsvoorwaarden vast en de hoogte van de door de leden(-verzekeringnemers) te betalen premies en koopsommen.
Artikel 5.
Leden.
- Leden mogen uitsluitend zijn natuurlijke personen, die rechtens bekwaam zijn tot het aangaan van een verzekeringsovereenkomst en wonen of gewoond hebben, danwel anderszins betrokken is (geweest) in het gebied van de rooms Katholieke Parochie gemeenschappen binnen de gemeente Hoorn.
- Het lidmaatschap van de Onderlinge waarborgmaatschappij is persoonlijk en is niet voor overdracht vatbaar.
Artikel 6.
Toelating.
- Degene die Lid- verzekeringnemer van de Onderlinge waarborgmaatschappij wenst te worden, geeft aan het Bestuur schriftelijk te kennen dat hij of zij met de Onderling waarborgmaatschappij een uitvaartverzekeringsovereenkomst wenst te sluiten.
- Het Bestuur is bevoegd, onder opgave van redenen, verzekeringen te weigeren. Tegen een dergelijke beslissing kan de kandidaat[1]verzekeringnemer in beroep gaan bij de Algemene Vergadering, mits hij zulks schriftelijk bekend maakt binnen een (1) maand na ontvangst van de mededeling van deze beslissing.
- Wordt een verzekering door de Onderlinge Waarborgmaatschappij aangenomen, dan wordt door deze een polis aan het Lid afgegeven. Op dat ogenblik vangt het lidmaatschap van het Lid aan.
Artikel 7.
Ledenregister.
- Het Bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle Leden zijn opgenomen. Het register ligt op het kantoor van de Onderlinge Waarborgmaatschappij of op enige andere geschikte plaats.
- Als het lid een adres aan het Bestuur heeft opgegeven, waarop het lid een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht kan ontvangen, wordt het lid geacht te hebben ingestemd met het feit dat alle kennisgevingen en oproepingen aan dat adres worden gedaan.
Artikel 8
Einde van het lidmaatschap.
- Het lidmaatschap van de Onderlinge Waarborgmaatschappij eindigt:
- door de dood van het Lid;
- door opzegging door het Lid;
- door opzegging namens de Onderlinge Waarborgmaatschappij. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de Statuten gesteld te voldoen, wanneer het lid de verplichtingen van het lid jegens de Onderlinge waarborgmaatschappij niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de Onderlinge waarborgmaatschappij niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
- door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de Statuten, reglementen of besluiten van de Onderlinge Waarborgmaatschappij handelt, of de Onderlinge Waarborgmaatschappij op onredelijke wijze benadeelt;
- met het einde van het boekjaar waarin alle met het Lid overeengekomen verzekeringen zijn geëindigd.
- Opzegging namens de Onderlinge waarborgmaatschappij geschiedt door het Bestuur.
- Opzegging van het lidmaatschap door het Lid of door de Onderlinge Waarborgmaatschappij kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de Onderlinge Waarborgmaatschappij of van het Lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
- Een opzegging in strijd met het bepaalde in het voorgaande lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
- Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de geldelijke verplichtingen van de leden zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
- Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het Bestuur.
- Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de Onderlinge Waarborgmaatschappij op grond dat redelijkerwijs van de Onderlinge Waarborgmaatschappij niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de Algemene Vergadering. Het betrokken lid wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande evenwel dat het geschorste lid het recht heeft zich in de Algemene Vergadering waarin het in dit lid bedoelde beroep wordt behandeld, te verantwoorden.
- Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
Artikel 9.
Verplichtingen van de Leden.
Bij besluit van de Algemene Vergadering, genomen op voorstel van het Bestuur, kunnen aan de Leden verplichtingen worden opgelegd tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage.
Artikel 10.
Aansprakelijkheid Leden.
De Leden en gewezen Leden zijn niet aansprakelijk voor de schulden van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en iedere verplichting van de Leden of oud[1]Leden om in een bij de ontbinding van de Onderlinge Waarborgmaatschappij blijkend tekort bij te dragen, is uitgesloten.
Artikel 11.
Bestuur. Benoeming van bestuurders.
- Het Bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zeven personen, die door de Algemene Vergadering worden benoemd. De benoeming van bestuurders geschiedt uit de leden van de Onderlinge Waarborgmaatschappij, behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
- De Algemene Vergadering kan besluiten dat één bestuurder buiten de leden wordt benoemd.
- De voorzitter van het Bestuur wordt in functie benoemd. Het Bestuur kan uit zijn midden een vice-voorzitter benoemen die de taken en bevoegdheden van de voorzitter overneemt bij afwezigheid van laatstgenoemde. Het Bestuur zal verder uit zijn midden een penningmeester en een secretaris benoemen en zal voorzien in hun vervanging bij hun afwezigheid.
- De benoeming van bestuurders geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 5 van dit artikel. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn zowel het Bestuur als vijf of meer leden gezamenlijk bevoegd. De voordracht van het Bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door vijf of meer leden gezamenlijk moet ten minste één week voor de aanvang van de vergadering Schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend.
- Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste twee derden van de leden vertegenwoordigd is. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.
- Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de Algemene Vergadering overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de Algemene Vergadering vrij in de keus.
- Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
Artikel 12.
Einde lidmaatschap Bestuur. Periodiek aftreden. Schorsing.
- Elke bestuurder, ook wanneer de bestuurder voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
- Elke bestuurder treedt uiterlijk vijf jaar na diens benoeming af, volgens een door het Bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende bestuurder is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van de voorganger van de nieuw benoemde bestuurder in. Een aftredende bestuurder blijft in functie totdat het aftreden is bevestigd door:
- kennisgeving van het aftreden door de betreffende bestuurder aan het bestuur;
- kennisgeving van het aftreden door het bestuur aan de betreffende bestuurder;
- door het voorzien in de vacature die door het aftreden ontstaat;
- door constatering van het aftreden bij besluit van de Algemene Vergadering.
- Het lidmaatschap van het Bestuur eindigt voorts:
- door het eindigen van het lidmaatschap van de Onderlinge Waarborgmaatschappij ten aanzien van een bestuurder die uit de leden benoemd is;
- door bedanken;
- doordat de bestuurder failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt, onder curatele wordt gesteld, verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bepaald in de Faillissementswet of op andere wijze het vrije beheer over het vermogen van de bestuurder verliest;
- door de onherroepelijke veroordeling van de bestuurder voor een misdrijf;
- door de dood van de bestuurder.
Artikel 13.
Taak van het Bestuur.
- Behoudens de beperkingen volgens de Statuten is het Bestuur belast met het besturen van de Onderlinge Waarborgmaatschappij. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
- Het Bestuur vergadert zo dikwijls een of meer van de bestuurders dit nodig acht. De oproeping geschiedt – onder vermelding van de te behandelen punten – door de bestuurder van wie het initiatief tot de vergadering uitgaat, met inachtneming van een oproepingstermijn van ten minste acht dagen. De bestuurders kunnen zich door een andere bestuurder bij Schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Bestuursvergaderingen kunnen worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord en mits dergelijke vergaderingen worden voorgezeten vanuit Nederland. De bestuurder die een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en de met haar verbonden onderneming of organisatie, meldt dit terstond aan de overige bestuurders en verschaft daarover alle relevante informatie. De overige bestuurders besluiten buiten aanwezigheid van de betrokken bestuurder of er sprake is van een belang dat tegenstrijdig is met het belang van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien de betreffende bestuurder daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Algemene Vergadering.
- Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen mits dit Schriftelijk geschiedt, alle bestuurders in het te nemen besluit gekend zijn en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
- Het Bestuur besluit, zowel in als buiten vergadering, met volstrekte meerderheid van stemmen van alle in functie zijnde bestuurders, die aan de besluitvorming mogen deelnemen. Bij staken van stemmen beslist de Algemene Vergadering.
- Bestuursvergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van het Bestuur. Is geen voorzitter van het Bestuur aangewezen of is de voorzitter van het Bestuur afwezig, dan wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan. Tot die tijd is de oudste ter vergadering aanwezige bestuurder met de leiding van de vergadering belast. De voorzitter van de vergadering wijst een van de aanwezige bestuurders, of zo die tot de vergadering is toegelaten, een speciaal daartoe uitgenodigde persoon aan notulen van het in de vergadering verhandelde te houden. De notulen worden getekend door de voorzitter en de notulist van de betreffende vergadering. Ondertekening van de notulen kan ook elektronisch plaatsvinden mits de identiteit van de ondertekenaars met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld.
- Het door de voorzitter van de bestuursvergaderingen uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, alsmede, voor zover gestemd werd over een niet op schrift vastgelegd voorstel, het oordeel over de inhoud van een genomen besluit, is beslissend. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in de voorgaande zin bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de stemgerechtigde aanwezigen of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of met briefjes geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
- Alle notulen van de bestuursvergaderingen alsmede alle Schriftelijke besluiten worden opgenomen in een notulenregister.
- Wanneer de Onderlinge Waarborgmaatschappij van enig besluit van het Bestuur wil doen blijken, vormt de ondertekening van het stuk waarin het besluit is vervat door de voorzitter én de secretaris van het Bestuur dwingend bewijs van het bestaan van dat besluit.
- Indien er meer dan één bestuurder is, kan het Bestuur een reglement opstellen waarin aangelegenheden haar intern betreffende, worden geregeld. Een dergelijk reglement mag niet in strijd zijn met het bepaalde in deze statuten. Voorts kunnen de bestuurders al dan niet bij reglement hun werkzaamheden onderling verdelen. De Algemene Vergadering kan bepalen dat deze regels en taakverdeling op schrift moeten worden vastgelegd en kan deze regels en taakverdeling aan haar goedkeuring onderwerpen.
- Het Bestuur behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering voor besluiten omtrent:
- het huren, verhuren, verwerven, vervreemden of bezwaren dan wel het in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen;
- het bezwaren van roerende zaken;
- het vervreemden of bezwaren van vorderingen;
- het verbinden van de Onderlinge Waarborgmaatschappij of haar bezittingen voor schulden van derden door borgtocht of anderszins;
- het vestigen en opheffen van filialen en/of bijkantoren, het uitbreiden van de zaken met een nieuwe tak van bedrijf en het sluiten, anders dan tijdelijk, opheffen of overdragen (in genot) van het bedrijf van de Onderlinge Waarborgmaatschappij of een deel daarvan;
- het deelnemen in of het aanvaarden of afstand doen van het beheer over andere ondernemingen, het overdragen of liquideren van bedoelde deelnemingen, het uitbreiden van de zaken van die ondernemingen met een nieuwe tak van bedrijf en het sluiten, anders dan tijdelijk, opheffen of overdragen (in genot) van het bedrijf van die ondernemingen of een deel daarvan;
- het ter leen verstrekken en het ter leen opnemen van gelden met uitzondering van het opnemen van gelden in rekening-courant bij de door de Algemene Vergadering aangewezen bankier(s) van de Onderlinge Waarborgmaatschappij mits de Onderlinge Waarborgmaatschappij bij enige betrokken bankier niet debet komt te staan voor een hoger bedrag dan door de Algemene Vergadering is vastgesteld en aan het Bestuur is medegedeeld, hebbende de Algemene Vergadering steeds de bevoegdheid bedoeld bedrag te wijzigen;
- het voeren van gedingen, zo eisend als verwerend – daaronder echter niet begrepen het innen van vorderingen, het nemen van conservatoire en andere rechtsmaatregelen, welke geen uitstel gedogen en vertegenwoordiging van de Onderlinge Waarborgmaatschappij in kort geding – , het berusten in tegen de Onderlinge Waarborgmaatschappij aanhangig gemaakte rechtsgedingen, het opdragen van bestaande geschillen aan de beslissing van scheidslieden of bindende adviseurs;
- het aangaan van alle rechtshandelingen, andere dan hiervoor genoemd, waarvan het belang of de waarde een door de Algemene Vergadering vast te stellen en aan het Bestuur mede te delen bedrag, te boven gaat of waardoor de Onderlinge Waarborgmaatschappij voor langer dan één jaar wordt verbonden waarbij met elkaar samenhangende handelingen als één handeling worden beschouwd; de Algemene Vergadering is steeds bevoegd bedoeld bedrag te wijzigen.
- De Algemene Vergadering is bevoegd andere dan de in lid 10 bedoelde besluiten van het Bestuur aan haar goedkeuring te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en Schriftelijk aan het Bestuur te worden meegedeeld.
- Het Bestuur behoeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering voor besluiten strekkende tot het sluiten – overdragen (in genot) daaronder begrepen – van het bedrijf van de Onderlinge Waarborgmaatschappij of van een belangrijke deelneming van de Onderlinge Waarborgmaatschappij.
- Het Bestuur is verplicht de aanwijzingen van de Algemene Vergadering op te volgen omtrent de algemene lijnen van het te volgen financiële, sociale en economische beleid en van het personeelsbeleid in de Onderlinge Waarborgmaatschappij.
- In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders is het (zijn de) overblijvende lid (leden) van het Bestuur met het gehele bestuur belast. De Algemene Vergadering draagt er voor zorg dat een persoon wordt aangewezen die in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder de Onderlinge Waarborgmaatschappij tijdelijk bestuurt. Onder belet wordt in deze statuten verstaan de omstandigheid dat (a) de bestuurder gedurende een periode van meer dan één (1) maand onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken of (b) de bestuurder is geschorst.
- De bestuurders zijn, tenzij de Algemene Vergadering anders beslist, verplicht de Algemene Vergadering bij te wonen.
Artikel 14.
Vertegenwoordiging.
- Het Bestuur vertegenwoordigt de Onderlinge Waarborgmaatschappij. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee (2) gezamenlijk handelende bestuurders.
- In verband met de taken van het Bestuur en het doel van de Onderlinge Waarborgmaatschappij is het Bestuur uitdrukkelijk bevoegd de Onderlinge Waarborgmaatschappij te vertegenwoordigen ten aanzien van:
- het beleggen van vermogen in (hypothecaire) schuldvorderingen, registergoederen, valuta, effecten en vermogenswaarden in het algemeen;
- het lenen en uitlenen van gelden, het aantrekken van gelden en in het algemeen het aangaan van financiële transacties en het aangaan van daarmee samenhangende overeenkomsten;
- het oprichten van, het deelnemen in, het samenwerken met, het financieren van, het zich op andere wijze interesseren bij, het voeren van beheer en van het bestuur over vennootschappen en ondernemingen; en voorts het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, zulks in het kader van de belegging van het door de Onderlinge Waarborgmaatschappij in het kader van haar verzekeringsbedrijf te beheren kapitaal en dekking van de daarbij door haar aangegane verplichtingen. Het ontbreken van de ingevolge de leden 10, 11 en 12 van artikel 13 vereiste goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de bestuurders niet aan.
- Het Bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid aanstellen, maar uitsluitend na een goedkeurend besluit van de Algemene Vergadering. Ieder van hen vertegenwoordigt de Onderlinge Waarborgmaatschappij met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. 9 De titulatuur van deze functionarissen wordt door het Bestuur bepaald. Deze functionarissen kunnen worden ingeschreven in het handelsregister, met vermelding van de omvang van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Artikel 15.
Boekjaar. Jaarrekening.
- Het boekjaar van de Onderlinge Waarborgmaatschappij is gelijk aan het kalenderjaar.
- Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Onderlinge Waarborgmaatschappij en van alles betreffende de werkzaamheden van de Onderlinge Waarborgmaatschappij naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Onderlinge Waarborgmaatschappij kunnen worden gekend.
- Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de Algemene Vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het Bestuur de Jaarrekening op en legt het deze voor de Leden ter inzage ten kantore van de Onderlinge Waarborgmaatschappij. Binnen deze termijn legt het Bestuur ook het bestuursverslag ter inzage voor de Leden, tenzij de artikelen 2:396 lid 7 of 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de Onderlinge Waarborgmaatschappij gelden.
- De opgemaakte Jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij zorgt dat de opgemaakte Jaarrekening en (indien en voor zover van toepassing) het bestuursverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de Algemene Vergadering, bestemd tot behandeling van de Jaarrekening, te haren kantore aanwezig zijn. De Leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
- De Jaarrekening wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering die het Bestuur uiterlijk een maand na afloop van de in lid 3 van dit artikel genoemde termijn doet houden.
- De Algemene Vergadering kan bij afzonderlijk besluit volledige of beperkte decharge verlenen aan de bestuurders voor het gevoerde bestuur.
- Het Bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 16.
Controle Jaarrekening.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij kan en indien daartoe wettelijk verplicht zal, aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek de opdracht verlenen tot onderzoek van de Jaarrekening.
- In geval van een verplichting als bedoeld in lid 1 is de Algemene Vergadering bevoegd tot het verlenen van de opdracht. Gaat deze daartoe niet over, dan is het Bestuur bevoegd. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt. De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de Algemene Vergadering en door het Bestuur indien deze haar heeft verleend.
- De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur.
- De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de Jaarrekening. De accountantsverklaring wordt overeenkomstig artikel 15 lid 5 van deze statuten beschikbaar gesteld aan de Leden.
- Indien geen accountantsverklaring als hiervoor bedoeld overeenkomstig artikel 15 lid 5 van deze statuten beschikbaar wordt gesteld, dan benoemt de Algemene Vergadering jaarlijks een financiële commissie van ten minste twee Leden die geen deel van het Bestuur mogen uitmaken. De financiële commissie onderzoekt de Jaarrekening en brengt aan de Algemene Vergadering verslag van haar bevindingen uit. Vereist het onderzoek van de Jaarrekening bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de financiële commissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het Bestuur is verplicht de financiële commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Onderlinge waarborgmaatschappij voor raadpleging beschikbaar te stellen.
- Wanneer het bedrag van de reserve die de Onderlinge Waarborgmaatschappij aanhoudt voor de verplichtingen aan de leden per het einde van enig boekjaar – met inachtneming van de in de Jaarrekening vermelde toevoegingen of onttrekkingen – hoger is dan de maximale dekkingsgraad die volgens de op dat moment voor de Onderlinge Waarborgmaatschappij geldende wet- en regelgeving mag worden aangehouden, zal de waarde van de verplichtingen aan de leden worden verhoogd. Deze verhoging vindt plaats door middel van een zodanige uitbreiding van de uitkering bij overlijden van de leden dat hierdoor de maximale dekkingsgraad in overeenstemming wordt gebracht met het bedrag van de reserve.
Artikel 17.
Bestemming overschot.
- De Algemene Vergadering beslist welke bestemming aan het overschot, blijkende uit de vastgestelde Jaarrekening, wordt gegeven, zulks met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van het vorige artikel.
- Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
Artikel 18.
Algemene Vergaderingen.
- Aan de Algemene Vergadering komen in de Onderlinge Waarborgmaatschapppij alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan het Bestuur zijn opgedragen.
- Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering, wordt een Algemene Vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
- indien van toepassing: het bestuursverslag;
- indien van toepassing: het verslag van de in artikel 16 van deze statuten bedoelde commissie;
- vaststelling van de Jaarrekening;
- verlening van decharge aan bestuurders;
- tenzij voor het desbetreffende boekjaar reeds aan een accountant een opdracht als bedoeld in artikel 16 van deze statuten is verleend: benoeming van een accountant of commissie overeenkomstig artikel 16 van deze statuten;
- voorziening in eventuele vacatures;
- de vaststelling van het bedrag als bedoeld in artikel 13, lid 10 sub i;
- voorstellen van het Bestuur of de Leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
- Andere Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen zo dikwijls het Bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.
- Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal Leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de Algemene Vergadering, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 21 van deze statuten of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de Onderlinge Waarborgmaatschappij gevestigd is, veelgelezen dagblad, met inachtneming van de in artikel 21 van deze statuten vermelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.
Artikel 19.
Toegang en stemrecht.
- Toegang tot de Algemene Vergadering hebben alle Leden en de bestuurders die geen Lid zijn, alsmede degene(n), die ingevolge het in lid 4 van dit artikel bepaalde het stemrecht voor het aldaar bedoelde lid uitoefent. Geen toegang hebben geschorste Leden en geschorste bestuurders. Geschorste bestuurders hebben wel toegang tot de Algemene Vergadering waarin hun schorsing wordt behandeld. Indien het Bestuur bij de oproeping tot een Algemene Vergadering de mogelijkheid daartoe heeft geopend, zijn de Leden bevoegd hun bevoegdheden als genoemd in de eerste volzin van dit lid en in lid 3 van dit artikel door middel van een elektronisch communicatiemiddel uit te oefenen, mits (i) de voorwaarden te stellen aan het gebruik van het communicatiemiddel zoals de verbinding, de beveiliging en dergelijke bij de oproeping worden bekendgemaakt, (ii) het Lid kan worden geïdentificeerd, (iii) het Lid rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering, en (iv) indien deze mogelijkheid daartoe is geopend, het Lid kan deelnemen aan de beraadslagingen en (v) het Lid het stemrecht kan uitoefenen, dit laatste voor zover het Lid het stemrecht toekomt.
- Over toelating van andere dan de in lid 1 van dit artikel bedoelde personen beslist de voorzitter van de vergadering.
- Elk Lid heeft één stem. Het Lid dat is geschorst heeft geen stemrecht. Een bestuurder die geen Lid is, heeft een adviserende stem.
- Een Lid kan aan een ander Lid Schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van de stem van het Lid. Een lid kan – naast zijn eigen stem – ten aanzien van een besluit op basis van een schriftelijke volmacht slechts één stem uitbrengen namens een ander lid.
- Indien het Bestuur de mogelijkheid daartoe Schriftelijk heeft geopend, kunnen stemmen voorafgaand aan de Algemene Vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan de dertigste dag voor die van de vergadering, op een speciaal daartoe aangewezen e-mailadres. Deze stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die in de Algemene Vergadering worden uitgebracht. Een aldus uitgebrachte stem is onherroepelijk en bindt ook degene die in de periode tussen het uitbrengen van die stem en het tijdstip van de Algemene Vergadering het betrokken lidmaatschapsrecht verkrijgt.
Artikel 20.
Voorzitterschap. Notulen.
- De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur. Ontbreekt de voorzitter, dan treedt één van de andere bestuurders, door het Bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige persoon.
- Van het verhandelde in elke vergadering worden door een daartoe door de voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Ondertekening van de notulen kan ook elektronisch plaatsvinden mits de identiteit van de ondertekenaars met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de Leden gebracht.
Artikel 21.
Besluitvorming in de Algemene Vergaderingen.
- Het ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet Schriftelijk vastgelegd voorstel.
- Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in lid 1 van dit artikel bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een aanwezig Lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Stemmen die overeenkomstig artikel 19 lid 5 vóór de Algemene Vergadering elektronisch zijn uitgebracht, worden eveneens geacht te zijn uitgebracht in de nieuwe stemming.
- Voor zover door de wet of de statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden alle besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
- Blanco stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht.
- Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemming (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
- Staken de stemmen dan is het voorstel verworpen, onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
- Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter bepaalt dat de stemmen op een andere wijze worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezig Lid verlangen dat de stemmen Schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een Lid hoofdelijke stemming verlangt.
- Zolang in een Algemene Vergadering alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen. Dit geldt ook voor een voorstel tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de Onderlinge waarborgmaatschappij.
- Een eenstemmig besluit van alle Leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het Bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering. Dit geldt ook voor besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de Onderlinge waarborgmaatschappij.
Artikel 22.
Bijeenroeping Algemene Vergadering.
- De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het Bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 4 van deze statuten. De oproeping geschiedt Schriftelijk aan de adressen van de Leden volgens het ledenregister, bedoeld in artikel 7 van deze statuten. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen. De oproeping kan, indien het Lid hiermee instemt, geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het Lid voor dit doel Schriftelijk aan de Onderlinge waarborgmaatschappij is bekend gemaakt.
- Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 24 en 25 van deze statuten.
Artikel 23.
Huishoudelijk reglement.
- De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
- Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
Artikel 24.
Statutenwijziging.
- Onverminderd het bepaalde in artikel 21 leden 8 en 9 kan in de statuten van de Onderlinge Waarborgmaatschappij geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een Algemene Vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
- Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de Leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
- Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derde van de stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Leden.
- Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere bestuurder bevoegd.
Artikel 25.
Ontbinding.
- De Onderlinge Waarborgmaatschappij kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering. Het bepaalde in de leden 1 en 3 van artikel 24 van deze statuten is van overeenkomstige toepassing.
- Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders. De Algemene Vergadering kan besluiten om andere personen tot vereffenaar te benoemen.
- Het batig saldo na vereffening wordt overgedragen aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding Lid waren. Ieder hunner ontvangt een evenredig deel naar rato van de contributie, dat een lid gedurende zijn lidmaatschap over de afgelopen jaren en het lopende jaar heeft betaald.
- Op de vereffening zijn voor het overige de bepalingen van Boek 2 Titel 1 Burgerlijk Wetboek van toepassing.”
AANGEHECHT STUK Aan deze akte is het volgende stuk gehecht: – notulen van de Algemene Vergadering. SLOT De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, notaris, vastgesteld. DEZE AKTE is opgemaakt te Benningbroek op de datum aan het begin van deze akte vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en een toelichting daarop aan de verschenen personen hebben zij verklaard tijdig voor het passeren daarvan kennis te hebben genomen. De verschenen personen hebben vervolgens verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en met de inhoud in te stemmen. Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen personen en daarna door mij, notaris, ondertekend.